112 Ervaringen 7

Eventjes slapen

We hangen al even op de post rond wanneer onze portos beginnen te piepen.A1, 57 jarige man, pijn op de borst, bleek klam zweterig, cardiaal bekend. ( al eerder hartproblemen gehad ). Huisadres in Geldrop.

Ik rij die dag met Tom, een vakkundige “pleeg” die bovendien erg leuk is om mee te werken. Na de nodige A1 capriolen in het verkeer komen Tom en ik bij het huisadres aan.
De deur staat al open en we lopen door naar binnen, bepakt met monitor zuurstof en spoedkoffer.
“Hallo! Ambulancedienst, waar moeten we zijn?” roept mijn collega.
“Hier.” klinkt het vanuit de zitkamer. We lopen door en zien op de bank een mijnheer zitten met een grauwe gelaatskleur, hij plukt wat aan zijn kleren en wrijft over zijn borst. Zijn vrouw komt uit de slaapkamer gelopen en is al van alles aan het verzamelen voor het ziekenhuis, ponsplaatje, medicijnlijst, schoon ondergoed en pyjama voor haar man.
“Dag mijnheer, ik ben Tom en dit is mijn collega Lia.”
“Er gaat even van alles gebeuren, we gaan u aansluiten aan onze monitor. Maken een hartfilmpje en aan de hand daarvan gaan we kijken naar welk ziekenhuis we gaan. Want als het een infarct is gaan we meteen door naar het Catharinaziekenhuis in Eindhoven.”
Terwijl Tom de man allerlei vragen stelt over zijn gezondheid en waar hij nu precies last van heeft, sluit ik de man aan en maak een hartfilmpje. De vlaggen op de ritmestrook laten overduidelijk een infarct zien. De nodige medicijnen worden gegeven, allemaal bloedverdunners, en Tom licht de man en zijn vrouw in dat we dus inderdaad naar het Catharinaziekenhuis gaan. Zijn vrouw zegt niet met ons mee te willen rijden, haar zoon is onderweg naar huis en zij gaan dan samen naar het ziekenhuis. We raden hen aan om dan meteen naar het St. Anna ziekenhuis te gaan, omdat de gehele operatie niet zolang zal duren en we dus vrij snel weer op de terugweg zullen zijn.
We leggen de man bij ons op de brancard en haasten ons naar de ambulance en even later door het drukke verkeer. Tom zit bij de patiënt en brengt ondertussen het ziekenhuis op de hoogte van onze komst.
Bij aankomst in het ziekenhuis worden we meteen naar boven gestuurd naar de hartkatheterisatiekamer (HCK).We rijden de brancard naast de behandeltafel en ik haal al ons draden van mijnheer af. Ondertussen doet Tom de overdracht aan de cardioloog. En vervolgens mag mijnheer naar de behandeltafel over schuiven.

We rijden de brancard naar buiten en bergen de kabels van onze monitor weer op. Wanneer we daar klaar mee zijn bellen we de meldkamer en geven door dat mijnheer na de behandeling weer terug moet naar het eigen ziekenhuis, en of we daar op mogen wachten. We gaan weer terug naar de HCK om de verdere behandeling te zien. De HCK is een operatiekamer met aan een zijde een grote speciale, gedeeltelijk glazen wand die de straling van de aanwezige röntgenapparatuur tegenhoud.
In de tijd dat wij onze spullen weer op orde gemaakt hebben, is mijnheer al voorbereid op de dotterprocedure, hij blijft hierbij volledig bij kennis. Bij deze procedure gaan ze met een katheter via de liesslagader naar de kransslagaders van het hart. Daar aangekomen wordt er contrastvloeistof ingespoten die door de röntgenapparatuur wordt gezien. Deze plaatjes laten zien dat mijnheer een flinke vernauwing in zijn kransslagaders heeft.
Via dezelfde katheter wordt er dan een ballonnetje ingebracht die ter hoogte van de vernauwing wordt opgeblazen en hiermee de vernauwing opheft. Om te voorkomen dat de vernauwing terugkomt wordt er vervolgens een stent geplaatst. Deze ziet eruit als een pennenveer en houdt de vernauwing open. Nadat er weer contrastvloeistof wordt ingespoten is duidelijk te zien dat het hart weer overal bloed aangevoerd krijgt, een mooi netwerk van bloedvaten wordt zichtbaar. Ik heb het al vaak zien gebeuren, maar het blijft mooi om naar te kijken. 

Terwijl de mensen van de HCK mijnheer aan het klaar maken zijn voor transport, zien wij aan de andere kant van de glazen wand opeens een hartritmeverandering op hun monitor verschijnen, mijnheer krijgt opeens een ventrikelfibrillatie.
We waarschuwen de verpleegkundigen die met de patiënt bezig zijn.
“Nee, er zal wel al een kabeltje los zijn.”zegt een van hen nog.
Onze patiënt is namelijk nog steeds bij kennis. Maar na controle van de kabels blijken deze toch nog goed te zitten, dus wel VF.
“Oh, okay.” Zegt de ene verpleegkundige, en pakt de paddels om mijnheer een schok toe te dienen. Deze is echter nog steeds wakker.
“Mijnheer, u gaat zo meteen eventjes slapen, niet bang zijn dat hoort er allemaal een beetje bij.” Zegt de andere verpleegkundige. Waarop mijnheer hen verbaasd aan kijkt maar op het moment dat hij wil reageren, verliest hij het bewustzijn. De verpleegkundige plaatst de paddels en dient een schok toe. De monitor laat vrijwel meteen weer een mooi ritme zien. En onze patiënt komt ook meteen weer bij. Hij kijkt een beetje verbaasd rond.
“U viel eventjes in slaap en wij hebben u weer wakker gemaakt” zegt de verpleegkundige. “Maar nu is alles in orde en kunt u weer terug naar het st. Anna ziekenhuis.” 

We leggen mijnheer weer op onze brancard en brengen hem naar Geldrop naar de hartbewakingsafdeling. Daar zitten zijn vrouw en zoon al op ons te wachten. In de privacy van de kamer, nadat we mijnheer in het ziekenhuisbed hebben gelegd, vertellen we mijnheer en zijn familie toch maar even wat dat eventjes slapen nou precies was. Ze zijn danig onder de indruk.
“Jullie waren zo rustig, en ook de mensen ginds, dat ik eigenlijk helemaal niet in de gaten had hoe ernstig het allemaal was.” zegt mijnheer.
“Dat is ook de bedoeling” zegt Tom “want hoe rustiger u bent hoe makkelijker uw hart het heeft.”
We wensen hem beterschap en gaan terug naar onze auto waar we ons weer vrijmelden.